We leven allemaal in menselijke systemen zoals ons gezin, ons werk, de vereniging waar we op zitten, de school en opleidingen die we volgen, onze vriendenkring, etc. De regels en ook onbewuste wetten in dergelijke systemen zijn vaak ingewikkeld. Het wordt steeds duidelijker dat veel organisatorische en persoonlijke problemen een systemische oorzaak hebben.

De oorsprong van de methodiek systemisch werken ligt onder andere bij Bert Hellinger en Virginia Satir. Hellinger ontdekte de kenmerken van elk systeem en ontwikkelde een methode om hiermee te werken en de oorzaken inzichtelijk te maken. Hij ontwikkelde het systemisch werken in eerste instantie voor het werken met families (familieopstellingen), later deed hij dat ook voor organisaties (organisatieopstellingen).

Veel van onze onbewuste overtuigingen, gedragingen en patronen vinden hun oorsprong in de systemen (gezin van herkomst) waarin we zijn opgegroeid. We hebben bekrachtigende en beperkende patronen, vaak uit loyaliteit, meegenomen. Deze (beperkende) patronen kom je in je huidige leven vaak weer tegen binnen nieuwe systemen bijvoorbeeld je relatie of je werk. Met familieopstellingen kun je deze onbewuste patronen weer zichtbaar maken.

Via een opstelling van het familiesysteem komt naar voren op welke manier iemand onbewust aan zijn familiesysteem en aan anderen met wie hij zijn lot deelt, is gebonden. Bert Hellinger ontdekte dat er drie basisprincipes in systemen werkzaam zijn.

Deze drie basisprincipes zijn:

  1. Binding. Iedereen heeft recht op een plek in het systeem
  2. Volgorde. Alle plekken staan in een rangorde ten opzichte van elkaar
  3. Geven en nemen. Geven en nemen dienen evenredig in balans te zijn

De rode draad in het familiesysteem vormt de binding met het systeem van herkomst. De binding is de band met de ouders, grootouders en nog veel verder terug. Als door welke omstandigheden dan ook één van de basisprincipes binnen het familiesysteem of in de context van werk verstoord raakt, ontstaan er dynamieken. Vanuit deze dynamieken wordt een nieuw evenwicht binnen het systeem nagestreefd waardoor de huidige situatie blijft bestaan.

Voorbeelden van dynamieken zijn:

  • Iets voor een ander dragen binnen het systeem
  • Iemand volgen die binnen het systeem is buitengesloten of niet erkend
  • Iemand gaat van zijn plaats
  • Iemand identificeert zich met een ideaal, iemand of een concept

Vanuit deze dynamieken ontstaan symptomen waarmee we in het dagelijkse leven worden geconfronteerd.

Voorbeelden van symptomen zijn:

  • Angstig zijn
  • Gebrek aan ondernemerschap
  • Doelen niet halen
  • Niet weten wat je wilt
  • Onzekerheid
  • Niet productief zijn
  • Onduidelijke lichamelijke klachten
  • Onrust
  • Extreem verantwoordelijkheidsgevoel

Deze symptomen kom je misschien wel dagelijks tegen in verschillende contexten als relatie, sport, werk, vrienden, gezin, etc. Vanuit de symptomen komen met behulp van een opstelling de onderliggende dynamieken aan het licht. Door het beeld dat een opstelling zichtbaar maakt en de energetische werking binnen dat veld kan het systeem ontspannen.

Komt het systeem weer in overeenstemming met de basisprincipes (wetten) dan gaat de energie weer stromen en kan men de gewenste verandering doorvoeren.