NLP staat voor Neuro Linguïstisch Programmeren en kun je zien als een set tools & technieken (gereedschappen) om je communicatie en je leven te onderzoeken. Technieken om o.a. nog beter met anderen én jezelf te communiceren.

Als leraar, docent, leerlingbegeleider of remedial teacher heb je natuurlijk heel veel te maken met communicatie. Waarbij het lesgeven/doceren vroeger het belangrijkste aspect was, is dat nu meer verschoven richting begeleiden, competentiegericht leren en op dit moment moet je ook passend onderwijs kunnen bieden. NLP geeft je inzicht en hulpmiddelen op vragen als:

  • Hoe kan ik de leerlingen bereiken, succeservaringen laten beleven en laten ervaren wat ze echt waard zijn?
  • Hoe ga ik om met de hoge werkdruk en hoe kan ik me goed richten op wat ik wil?
  • Hoe bewust ben ik van mijn van eigen communicatie en het effect ervan op anderen?
  • Hoe effectief verloopt mijn communicatie met ouders en met andere docenten?
  • Hoe kan ik goed inspelen op verschillend gedrag?

NLP vooronderstellingen

NLP kent een aantal vooronderstellingen die je zullen helpen in je communicatie. Een van de vooronderstellingen is: ‘De betekenis van je communicatie is de respons die je krijgt.’ Door daar vanuit te gaan zul je merken dat je meer blijft zoeken naar mogelijkheden om de leerling wel te kunnen bereiken.

Overtuigingen

In de jaren zestig voerde psycholoog Robert Rosenthal een bijzonder experiment uit. Hij nam intelligentietesten af bij leerlingen, maar vervalste de uitkomsten willekeurig. Van de ene klas werd vooraf gezegd dat ze een laag IQ hadden, van de andere klas werd vooraf verteld dat de leerlingen een hoog IQ hadden. In werkelijkheid was het IQ in beide klassen gelijk.

Echter, de overtuiging dat dit zo zou zijn zorgde voor een ander gedrag en uiteindelijk een lager resultaat van de leerlingen waarvan gezegd werd dat ze een laag IQ hadden. Dit effect heet het Pygmalion effect.

Jouw overtuigingen, daar waar jij van overtuigd bent zal merkbaar zijn in al je gedrag (voor de klas). Als mens hebben we overtuigingen over onszelf en de ander. Door je bewust te worden van je overtuigingen kun je je afvragen of deze overtuigingen echt nog steeds waar voor je zijn, en of ze je bekrachtigen of juist ontkrachten als docent. NLP heeft hiervoor tools waarmee je je eigen overtuigingen kunt veranderen en die je veel inzicht zullen geven in je onbewuste sturing. Hierdoor word je vrijer om zuiverder met situaties om te gaan.

Neurologische niveaus

Soms hoor je nog wel “hij of zij IS een vervelend kind” “dit IS een lastige klas” of wordt een diagnose (dyslexie, ADHD, vormen van autisme) genoemd alsof het kind de diagnose is. De meeste docenten kunnen goed het gedrag scheiden van identiteit. Met NLP leer je dat je oplossing van een bepaald probleem vaak op een hoger logisch niveau te vinden is, dan het niveau waar het naar buiten komt (gedrag). Wanneer je uitgaat van de vooronderstelling: ‘Elk gedrag heeft een positieve intentie’, zul je merken dat het rustiger wordt om met zogenaamd probleemgedrag om te gaan. Wanneer je er anders naar leert kijken zul je merken dat er geen lastige leerlingen meer bestaan, maar alleen leerlingen die bepaalde vaardigheden nog niet hebben.

Ankeren

De NLP techniek ankeren (waarbij je een goed gevoel koppelt aan een specifieke stimulus) is prima te gebruiken binnen de klas, zeker als je dezelfde klas regelmatig ziet. Met deze eenvoudige techniek is het mogelijk de leerlingen met een goed gevoel in een positieve leerstemming te krijgen. Door bijvoorbeeld de stemming ‘ontspanning’ en ‘zelfvertrouwen’ te ankeren kunnen leerlingen dat oproepen wanneer ze dat nodig hebben. Leerlingen die faalangst kunnen hebben, weinig zelfvertrouwen hebben of negatieve gevoelens is ankeren een krachtige techniek. Wanneer je als docent zelf in de juiste stemming wilt komen voor de groep, kun je de circle of excellence voor jezelf gebruiken.

Taal

Met NLP word je je bewuster van taal. Alleen al door je bewust te worden van de taalpatronen krijg je meer inzicht wat de ander (echt) zegt, het effect van jouw woorden en hoe je iemand effectief kunt aanspreken en motiveren.

Het Metamodel

Wat iemand in woorden uitdrukt, is slechts een fractie van wat hij of zij denkt, weet, voelt en ervaart. We generaliseren, vervormen en laten informatie weg. Het metamodel is een set NLP taalpatronen die je helpt om de weglatingen, vertekeningen en generalisaties te ontrafelen. Door specifieke vragen te stellen krijg je de mogelijkheid de communicatie zuiverder te krijgen, waardoor misverstanden en misinterpretaties minder zullen optreden.

Het Miltonmodel

Het Miltonmodel, vernoemd naar Milton Erickson, is het tegenovergestelde van het Metamodel. Hierbij zijn de vragen of opmerkingen bewust vaag en abstract, zodat je dmv rapport, de ander in een bekrachtigende stemming kunt brengen om de ander kunt helpen toegang te krijgen tot zijn of haar onbewuste bronnen om informatie te verzamelen. Met Milton taalpatronen kun je de leerling motiveren en in zijn/haar kracht zetten.

Rapport

Rapport maken betekent optimaal contact maken. En dat houdt in dat je óók een goed contact krijgt met leerlingen waarbij dat normaal gesproken niet zo makkelijk lukt. Met rapport heb je minder confrontaties waardoor het lesgeven stukken leuker en succesvoller wordt. Daarnaast helpt rapport ook in je contacten met collega’s, ouders, directie, enz.

Rapport is het uitgangspunt om leerlingen aan te zetten tot leren en hun gedrag positief te beïnvloeden. Pas als je rapport weet op te bouwen kun je feedback geven (informatie geven en ontvangen). Rapport bouwen we op door zowel non-verbaal als verbaal onze communicatie af te stemmen op de ander. In de Practitioner training leer je vele manieren om rapport op te bouwen.

Feedback

Feedback is binnen de NLP training een mooi onderwerp voor docenten. Je leert zintuiglijk specifiek waar te nemen en te kalibreren. Hierdoor kun je feedback geven op concreet specifiek gedragsniveau, waardoor je er gemakkelijk in slaagt anderen te motiveren. Het vormt de basis van constructieve veranderingen.