De meeste mensen vinden het niet leuk om kritiek te krijgen. Kritiek voelt al snel als een bewijs dat je niet goed bent zoals je bent. Dit komt voort uit de twee basisangsten van de mens:

  1. De angst dat je niet goed genoeg bent.
  2. De angst dat er niet van je gehouden wordt.

Deze oerangsten zijn altijd latent aanwezig van binnen. Als je geraakt wordt door het doen (of laten!) van de ander, bijvoorbeeld door het krijgen van kritiek,  wordt een van deze angsten wakker gemaakt en reageer je “primitief”:

  1. Vluchten: Weglopen, zichzelf klein-maken, heftig verontschuldigen of overdrijven (ja dat was ontzettend stom van mij).
  2. Vermijden: de situatie mijden of de ander vóór zijn door veel zelfkritiek te geven.
  3. Bevriezen: volledig dichtslaan.


Kritiek of feedback

feedback
Fouten bestaan niet, alleen feedback. Als wij iets verkeerd gedaan hebben (of nagelaten hebben) in de ogen van een ander, dan zouden we dit ook kunnen opvatten als opbouwende kritiek: feedback! Hoe komt het dan dat dit niet altijd lukt? Dat heeft uiteraard te maken met ons ego. Wij hebben nou eenmaal een ego wat zo nu en dan in opstand komt.

Als je kritiek krijgt kan dat nooit zijn op wie je bent (identiteit)! Je bent wie je bent. Je bent uniek in deze wereld, net als de ander.

Een ander kan jou alleen beoordelen op hetgeen hij of zij kan waarnemen aan jou: je gedrag en je vaardigheden (vermogens).

Het is van belang om kritiek op de juiste laag te plaatsen. En dan blijkt dat de basisangsten ineens niet meer van toepassing zijn (die zitten immers in de “ik” laag). Dan blijkt dat men de kritiek wel als feedback kan zien. Door steeds na te gaan op welke laag de feedback thuis hoort geef je jezelf de ruimte om te kunnen veranderen en om op zijn minst na te denken of je een volgende keer datgene anders zou wíllen doen..